donderdag 1 augustus 2013

Trots.... en opgelucht

Volledig geconcentreerd kijk ik naar het rode asfalt voor me. Elke oneffenheid, door een boomwortel, een stukje met klinkers of een drempel bekijk ik met enige onzekerheid.
Om van de eerste bocht nog maar te zwijgen. Gelukkig kan ik die ruim nemen en is er geen ander verkeer.

Vervolgens moet ik het paaltje midden op het fietspad vermijden. Dan weer een bocht. Iets te ruim genomen waardoor ik een randje gras mee pak. Maar het gaat goed.
Dan een kleine hellinkje en daarna linksaf de rijweg op. Geen vrijliggend fietspad meer, dus het risico op autoverkeer. Gelukkig blijft het rustig en mag ik na zo'n 300 meter rechtsaf weer het fietspad op.
Na weer een halve kilometer komt de volgende uitdaging; het tunneltje onder de weg door. Dus eerst naar beneden zorgen dat de snelheid onder controle blijft, dan weer naar boven en voldoende snelheid blijven houden. Bijna bovenaan ook nog een flauwe bocht naar rechts. Dan twee gemene bromfiets werende drempels en in het fietspad.

Ik begin een onplezierig gevoel in mijn linkerhand en arm te krijgen. Daarna mag ik linksaf en krijg ik nog een paar keer een scherpe verkeersdrempel onder de wielen.
Het bruggetje met de geasfalteerde houten planken is de volgende uitdaging. Gelukkig rijden de wiet rokende jongeren net weg als ik er aan kom, geen uitwijkmaneuvres nodg dus.
Dan weer rechtsaf de rijbaanop, klinkers. Nog één bocht en dan... thuis! Ik stap af terwijl ik de tweede fiets in evenwicht houd. Ik goochel even om twee fietsen de stoep op te duwen en zet er dan één op de standaard op zoek naar mijn sleutels, terwijl ik de vingers van mijn linkerhand  beurtelings strek en oprol.

Het is me gelukt! Ik ben fietsend, met een tweede fiets aan de hand, naar huis toe gekomen. Voor de tweede keer in mijn leven. Een tochtje van circa twee kilometer deze keer.
De kunst er van, want ik snap het wel maar het lukt me nog niet zo goed, is het rechtop houden van de mee te voeren fiets. Hoe schever die op zijn wielen staat, hoe meer kracht het kost om te blijven sturen. En ik heb inmiddels in de gaten dat ik de ene fiets iets achter moeten laten rijden, zodat de sturen niet in elkaar komen en ik niet tegen de trappers aan kom.

Ik ben trots op mezelf!!! En opgelucht. Op je 49e zo iets leren is niet eenvoudig. Ik zal er dan ook geen gewoonte van maken..:-)


Geen opmerkingen: