donderdag 14 augustus 2014

Fietspad guerilla

Tot voor kort trof ik bij het fietspad door het kantorengebied van Lijnden twee groepjes ganzen; een gezelschapje van drie wilde en één grauwe gans en een familie Nijlgans.

Ineens is de familie Nijlgans verdwenen en hebben zich meerdere wilde en grauwe ganzen én mixjes hiervan, bij het clubje van vier aangesloten.
Op mijn heenweg zit het hele spul op en rond het fietspad, op de terugweg is er geen spoor meer van ze te bekennen (als je de uitwerpselen niet meetelt tenminste).

Laatst zag ik twee voetgangers die omliepen over een nabijgelegen autoweg om zo het fietspad te mijden.
Met de fiets had ik al eens een versperring gemaakt tussen de ganzen en een voetganger die er niet langs durfde.

Vanmorgen besloot ik er niet alleen, zo als gewoonlijk, langs te fietsen, maar ook te stoppen om een foto te maken.




Toen ik kwam aanrijden lagen de ganzen her en der verspreid over het fietspad nog een beetje te doezen. Op het moment dat ik afstapte werd de eerste alert; tegen de tijd dat ik afdrukte voor de eerste foto waren de ganzen al pal achter mijn fiets komen staan en was het een gakken en blazen van jewelste. Dit imponerende gedrag maakt zeker indruk kan ik je verklappen.

Hoewel ik niet bang ben uitgevallen en vrolijk weer doorfiets kan ik me voorstellen dat gemeenten op zoek zijn naar suggesties om ganzenoverlast (waarbij dit maar een deel van het probleem is) te beperken. Het antwoord heb ik ook niet helaas.

maandag 4 augustus 2014

Gesprekje

Op het laatste stuk polderweg wandelt ver voor mij op de weg een oud dametje met een rollator.
Ik zie haar diagonaal de weg oversteken naar de waterkant en vervolgens vlak voor een tegemoetkomende fietser (naar later blijkt een vriendin van mij die dagelijks in omgekeerde richting peddelt) weer wat wegdraaien naar het midden van de weg.

Rechts van het midden wandelt ze verder.
Ik haal haar in, stop en vraag haar waar ze heen moet. 'Naar het derde huis verderop' is het antwoord.
Op mijn vraag of alles in orde is antwoord ze 'ja hoor'. Ik geef aan dat ik haar even aanspreek omdat ze over de weg slingerde. 'oh u denkt dat ik dronken ben?'. ik weer 'nee dat niet, maar ik was wel bezorgd'

Het blijkt dat ze brood voor de eendjes bij zich heeft en dus even bij het water ging kijken. Maar er waren geen eendjes, en dus ging ze weer terug naar de andere kant van de weg.
Vervolgens wil ze weten of ik gewerkt heb vandaag. 'ja'. En of dat in Hoofddorp was. 'nee, in Amsterdam. 'oh u bent met de trein gekomen?' 'Nee, met de fiets'antwoord ik. 'Helemaal uit Amsterdam??' 'Jazeker, het is toch veel te mooi weer om in de trein te zitten'.

U bent vast heel sportief stelt het dametje vast.
Ze heeft soep meegekregen. Op de boerderij waar ze net vandaan komt woont haar zoon. Eigenlijk heeft hij twee boerderijen. Maar nu is hij in het buitenland. Een mevrouw die bij hem op kantoor werkt is nu in de woning en heeft voor de soep gezorgd.

Nadat ik haar adviseer voorzichtig te zijn wens ik haar wel thuis en een fijne avond! ;-)